Het verhaal van Reina

‘Nu krijg ik de kans om terug te kijken op een rijk leven’

Halverwege de jaren tachtig vertrekt de jonge Reina Foppen naar Spanje om er te werken. Daar ontmoet ze haar grote liefde Sebastián. Ze besluit om zich te vestigen in Spanje. Totdat haar vriend ziek wordt. Hij blijkt hiv en levercirrose door hepatitis C te hebben. Begin 1989 laat Reina zich testen; ze blijkt seropositief.

Slecht perspectief

‘Het was een moeilijke periode. Het perspectief voor mensen met hiv was ronduit slecht. De angst voor de ziekte was groot en de kennis zeer beperkt’, zegt Reina. In die tijd zijn er nog geen echt doeltreffende medicijnen. Alleen AZT (de eerste hiv-remmer) is beschikbaar, maar Reina’s vriend krijgt deze niet vanwege de toestand van zijn lever. ‘Mijn weerstand was nog goed, dus ik kreeg het ook niet.’

Onzekere tijd

Eind 1990 overlijdt Sebastián aan de gevolgen van de levercirrose en Reina keert terug naar Nederland, want in Spanje had ze zonder haar partner geen verblijfspapieren en geen verzekering meer. ‘Gelukkig voelde ik me niet ziek. Maar het was wel een heel onzekere periode, zonder toekomstperspectief.’ De internist houdt Reina’s CD4-cellen goed in de gaten, om te volgen hoe haar afweersysteem zich houdt. Uiteindelijk start ze pas acht jaar later met medicijnen, een combinatie van AZT en DDI.